Monumentaal wonen met nul op de meter

door Arie Schouten

Wonen in een rijksmonument is een bijzondere ervaring. Je ervaart steeds weer de bijzondere sfeer die er door de tijd heen ontstaan is en er blijvend aanwezig is. Sfeer door de andere afmetingen van de ruimten, door de raampartijen en gevelstructuur. Sfeer door de hoogte van de ruimten waarin je verblijft. Soms veel hoger dan normaal en soms lager dan je verwacht. Al met al geeft een monument een andere woonbeleving dan een huis met standaardafmetingen. Een monument kent door de afwijkende afmetingen tevens een aantal uitdagingen als het gaat om verwarmen en verlichten. De vele extra kubieke meters vragen een aangepaste manier van verwarmen. Comfortabel wonen is een voorwaarde die je mag stellen. Maar is dat ook haalbaar? Ook de verlichting van de ruimten is een uitdaging. Daar komt bij dat je niet oneindig veel energie wilt verbruiken.

Het hangt ook af van de bouwkundige structuur van het gebouw of je een aantal dingen aan kunt passen. Heb je een volledig onderkelderd pand met bijzondere elementen daarboven die ook tot het beschermde monument behoren, dan zijn je mogelijkheden voor de vloeren al beperkt. Bij een grote restauratie heb je vaak meer mogelijkheden om te komen tot een comfortabele en energiezuinige woning met behoud van het unieke karakter. Nul op de meter als uitdaging tijdens de restauratie vraagt dan behoorlijk veel creativiteit van architect en bouwfysische adviseur. Toch blijkt het mogelijk om te restaureren met die onderliggende opdracht om nul op de meter te realiseren.

Problemen zijn er om op te lossen, dat moet het uitgangspunt zijn van alle partijen dus ook van de opdrachtgever/eigenaar. Daarnaast is goed contact met de plaatselijke Monumentencommissie absoluut noodzakelijk. Zij bepalen mede wat mogelijk is om het monument te restaureren maar ook waar mogelijkheden liggen tot verbetering van het woongenot. De tijd van wonen als in de Middeleeuwen is ook daar inmiddels losgelaten. Een monument bewonen mag ook comfortabel zijn, het is in de huidige tijd zelfs een eis van vele kopers van een monument. Hoe realiseer je een rijksmonument met nul op de meter? Allereerst door een goed onderzoek vooraf te doen naar de mogelijkheden van de restauratie als die aanstaande is. Een grote restauratie geeft meer kansen dan een deelrestauratie. Echter als men vooraf goede uitgangspunten formuleert is er in het onderzoek naar de mogelijkheden om te verduurzamen een goede routekaart op te stellen. Vooraf vastleggen wat de verschillende disciplines dienen te bereiken zorgt voor tijd om de goede afwegingen te maken. Door slim te investeren in verwarming en isolatie komen de doelen bij elkaar: comfort en energiezuinig. Isolatie is de voorwaarde voor energiezuinig wonen. Isolatie van vloeren, wanden en dak vragen ieder een andere afweging. Dakisolatie is vaak afhankelijk van de kapconstructie en vooral hoe deze is samengesteld. Een constructie met heel specifieke onderdelen moet met respect voor die onderdelen aangepakt worden. Toch is dakisolatie een van de voorwaarden voor energiebesparing.

In het rijksmonument dat wij bewonen, een overgebleven deel van een koetshuis, hebben we een isolatiewaarde weten te halen die boven de hedendaagse eisen voor bijvoorbeeld nieuwbouw ligt. Vloerisolatie is bij ons eenvoudig toegepast vanwege het noodzakelijke vernieuwen van de steenachtige vloeren. Grote plaatselijke verzakkingen noodzaakten een vernieuwing van de vloeren. Het isoleren van de buitengevels aan de binnenzijde vraagt extra aandacht, vochtproblemen wil je ten allen tijde voorkomen. Een goed advies over de bouwfysische kant van de zaak heeft daar goede oplossingen gebracht. Een voorzetwand bestaande uit hoogwaardige isolatie met een fabrieksmatig aangebrachte dampremmer waarop een gipsplaat gelijmd is maakte het mogelijk een goede isolatiewaarde met een fraaie afwerking te realiseren.

Ramen en deuren voorzien van tripleglas, of van voorzetramen bij te behouden detaillering, zijn vaak toe te passen. Ook is er nu in de markt speciaal isolerend restauratieglas. Daarmee kunnen fraai gedetailleerde ramen van isolatie voorzien worden. Naast comfortverbetering zorgt het ook voor een beter behoud van het houtwerk omdat condenswater niet meer indringt in de sponning.

Voor de verwarming is gekozen voor vloerverwarming waar dat mogelijk is terwijl in de ruimten met houten vloeren wandverwarming is toegepast. In de gestukadoorde wanden zijn daar verwarmingsslangen aangebracht die onzichtbaar hun comfort leveren.

De verwarmingsinstallatie wordt gevoed door een warmtepomp met bodemwarmte. Twee bronnen tot 100 meter diepte zorgen voor de benodigde energie voor zowel verwarming als warmwater. Bijkomend voordeel is dat in de zomer gekoeld wordt met dezelfde installatie. Wel moet men rekening houden met vrij grote apparatuur bij een water-water installatie. Kiest men voor een lucht-water installatie dan is er minder technische ruimte benodigd.

De verlichting is op een enkele lamp na voorzien van ledlampen. Ook de huishoudelijke apparaten zijn inmiddels vervangen door energiezuinige machines.

Energievoorziening is een lastiger onderdeel van een rijksmonument. Zonnepanelen zijn niet toegestaan op de daken hoewel er nu een opening lijkt te zijn door deze te plaatsen op niet zichtbare dakvlakken. Helaas zijn deze dakvlakken vaak ook niet heel zongericht aangelegd waardoor hier een lastig rendement te halen is. Op niet monumentale bijgebouwen zijn er mogelijkheden. Echter daar wil je niet ineens een lelijke oplossing accepteren. Zorgvuldigheid is ook daar geboden. Wij hebben ervoor gekozen een deel van het bijgebouw van goot tot nok te beleggen met voldoende panelen voor de totale energiebehoefte. De hoeveelheid panelen is afhankelijk van het totale stroomverbruik. Voorwaarde is ook dan: Er moet wel voldoende dakvlak aanwezig zijn waarop een redelijke hoeveelheid zonnestraling is.

Tot de mogelijkheden behoren nu inmiddels dakpannen met een zonnecollector. Hoewel goed toepasbaar zijn ze niet geschikt voor het monumentale dak, daar liggen bij voorkeur de oude modellen dakpannen. Mogelijk moderne dakpannen wel toepasbaar op niet monumentale bijgebouwen. Wellicht kun je een zonneweide inrichten, tenminste bij voldoende grondoppervlakte.

Wij verwachten dit jaar, de zonnepanelen liggen er vanaf begin januari, nul op de meter. Daarmee blijkt een rijksmonument ook energieneutraal te kunnen zijn.

Wij wonen in het overgebleven deel van een koetshuis uit 1715 met een aangebouwd deel uit 1885. De totale inhoud is ongeveer 1700 m3. Het totaalverbruik elektriciteit is ongeveer 9500 kWh. Er is geen gasaansluiting. Voor de vergelijking is de volgende berekening handig om te weten: De berekende hoeveelheid gas voor dit gebouw is 700 m3. Met een omrekenfactor van 1 m3 gas = 9,6 kWh is er voor verwarming ongeveer 6700 kWh nodig. Dit kan hoger worden door het systeem te gebruiken om ook te koelen. In de zomermaanden ligt het verbruik ongeveer op de helft van de wintermaanden. Koeling en verwarming vragen daardoor geschat 8200kWh/jaar. Het overige verbruik is voor verlichting en huishoudelijke apparaten.

Met een verwachte opbrengst van 9.500 tot 10.500 kWh realiseren we nul op de meter. Storend feit is dat we niet zelfvoorzienend zijn omdat de opbrengst tegengesteld is aan het verbruik. In de zomer heb je een hoge opbrengst met een laag verbruik tegenover een hoog verbruik in de winterperiode met een lage opbrengt. Onze hoop is gevestigd op een uitvinding die de energie langdurig kan opslaan.